abrupt einde

Ik lig in mijn bed en zie de grijze lucht, de Hollandse lucht. in mijn hoofd hoor ik nog de heil’s.

Denk terug aan zondag, mijn vrije dag. Op weg naar de Thermen voor een middagje luxe te midden van alle viezigheid. Onderaan de weg bij de kruising is een opstopping. Nietsvermoedend bedenk ik me dat dit vast is voor een optocht, het is tenslotte morgen carnaval. Ik rijd door, langs het kamp omdat dit voor mij de kortste weg is. Weer mensen op de weg en ik moet stoppen. Wordt aangesproken in het Grieks, maar op mijn “No Greek, English, Thermen” mag ik doorrijden. Na een heerlijke massage dobber ik in het thermale water als mijn telefoon piept, een berichtje van mijn maatje dat ik beter naar huis kan gaan. De situatie loopt uit de hand. Er zijn wegblokkades en Moria is onbereikbaar. Ik neem een andere weg naar huis, stop bij de winkel voor wat eten en zoek thuis naar nieuws.

De kustwacht vaart heen en weer voor mijn huis. Er dobberen bootjes met vluchtelingen die niet in de haven mogen komen, opgewacht door boze bevolking. De kustwacht doet niks. Boven mijn hoofd hoor ik de heli’s.
Maandagochtend half 8, ik word gebeld door mijn autoverhuurder met het dringende verzoek niet de weg op te gaan. Locals hebben het gemunt op huurauto’s. Ik wist al dat ook vandaag een gedwongen rustdag zou zijn, teveel onrust om te kunnen gaan werken. Maar dus ook een dag thuis. Mijn coördinator belt, of ik misschien naar het hotel wil gaan waar zij met het team ook ingecheckt hebben. Even twijfel, maar besluit dat zij dit niet voor niks vraagt dus ik pak mijn spullen. Voor 1 of 2 nachtjes, of toch maar alles. Alles maar mee. Op verzoek ga ik met de taxi, de weg lijkt stil en verlaten, zo rustig.
De berichten blijven binnen komen, aangevallen hulpverleners, vernielde auto’s, demonstratie van extreem rechts, botsingen tussen Griekse bevolking onderling, Overal politie, maar niemand lijkt iets te doen. De onmacht groeit.
Een kind is verdronken in het zicht van de haven, van de veiligheid na een gevaarlijke oversteek over zee. Er zijn militaire oefeningen aangekondigd waarbij er geschoten zal worden richting zee langs de gehele kust. Ik hoor de knallen.
Dan het bericht ineens dat we naar huis moeten, het is niet meer veilig. Gevoel van frustratie, boosheid, wat nu. Ik wilde nog zoveel, ben nog niet klaar. Ik hoor de verhalen over het onbereikbare Moria, alle hulpverleners zijn vertrokken. Geen medische post meer aanwezig. Geen voedsel meer uitgedeeld. Verstoken van alle hulp. De bijna 600 vluchtelingen die net aangekomen zijn, opgevangen in de haven. Binnen de hekken, maar in de buitenlucht, zonder voorzieningen.

In allerijl worden terug vluchten geboekt. Nog 1 nacht in het hotel, dan is het echt over. Het voelt alsof ik met de staart tussen de benen ben vertrokken. Ik weet dat mijn, onze veiligheid boven alles gaat, maar zij dan? Wie bekommert zich nu om hen? Waar moet de zwangere zich melden als de bevalling begint, komt ze nog in het ziekenhuis met die wegblokkades of wordt de baby geboren in haar tent, op een dekentje op de grond, zonder hulp. Waar moeten de zieken heen, waar is nog hulp? Waar is de menselijkheid?

Ik ben thuis, maar mijn hoofd is nog op Lesbos. Bij de krachtige mensen die ik heb ontmoet. De veerkracht die wij mensen hebben, die in elk van ons zit. De wil om te overleven, de hoop dat het beter zal worden, dat er een goede plek voor ons zal zijn, voor onze kinderen. Een veilige plek waar we weer kunnen groeien.

Ik ben thuis, maar hoor nog steeds de heli’s…

Tranen

Mijn huid is rood van het hete water van de douche, maar ik wil er eigenlijk niet uit. De wind over Moria is hard en koud. Ik ben moe. Vandaag een drager distributie gedaan in sectie 12, één van de zones buiten het kamp in de Olive Grove zonder basisvoorzieningen. Er zouden volgens de telling door Refugees for Refugees 30 kindjes zijn onder de anderhalf, onze doelgroep voor de dragers. We moeten nog tellen, maar we hebben er ongeveer drie keer zoveel uitgedeeld.Na afloop tranen van wanhoop bij een weekteamer, die tot nu toe voornamelijk op Kara Tepe was geweest. Haar opmerking, uit de grond van haar hart, “hoe kan je dit werk doen” . Nog te overdonderd om de kleine lichtpuntjes op waarde te kunnen schatten. Het lijkt misschien niet veel, maar echt, het maakt verschil.

Een middag in het ziekenhuis op de kraamafdeling, zes vrouwen op één kamer. Tot voor kort ook in Nederland niet ongebruikelijk. Twee zwangeren, waarvan er eentje in de weeën, twee mama’s met hun baby in de couveuse en twee baby’s op de kamer. Twee mama’s zonder bovenkleding, alleen gewikkeld in een laken of een sjaal. Vanwege de staking zijn alle winkels dicht en we kijken elkaar vertwijfeld aan. Wat nu? In de tas die we hebben gegeven zit een vest, dus we trekken allebei ons hemdje uit en geven dit. Pas achteraf besef ik me hoe vreemd het eigenlijk is dat op dat moment toch ook door je heen schiet dat je eigenlijk je shirt liever niet wil afstaan, want dat is je favoriete shirtje. Terwijl je zelf in de positie bent om alles weer te kopen wat je nodig hebt. Doet je denken.

Een aangespoelde schoen op het strand, een rode sportschoen. Op elk ander willekeurig strand gewoon een schoen. Maar dit is niet elk willekeurig ander strand, dit is Lesbos, aan de oiverkant zie ik de kust van Turkije. Verderop ligt nog een schoen, een kinderschoentje. Een kinderpyama. Een zwemvest. De zee is ruig, de golven hoog en ook hier waait het hard. Dat zijn de momenten waarop ik huil. Mijn tranen van onmacht, van wanhoop, van denken aan al die mensen die ook vannacht de oversteek weer gaan wagen, hopend op een betere toekomst. En dan aankomen hier, in de jungle, de hel die Moria heet. Op een muur in Mytillini staat de tekst ‘Moria is murder’. Zo waar……

Over de helft

Morgen ben ik hier 2 weken en gister over 2 weken ga ik weer naar huis. Zo vreemd om je dit te beseffen. Ik hou van Nederland, van mijn gezin, mijn familie en mijn werk, maar het lijkt allemaal zo ver weg. Elke vezel in mijn lijf is hier. De situatie is vreemd, vandaag was alles gesloten vanwege de staking. De Griekse bevolking is in opstand tegen het beleid van de regering en de EU. Al zal 1 dag staken hier weinig aan doen veranderen vrees ik. De straten waren stil, de wind onstuimig. Ondanks alle berichten die ik mee krijg vanuit de media merk je hier weinig van de onrust. Ik leef mee met de Griekse bevolking en de vluchtelingen, beide in een situatie waar ze niet om gevraagd hebben. Begrijp beide kanten en hoewel de oplossing zo simpel kan zijn is deze nog zo ver weg.

Ondertussen is de situatie hier nijpend. Vandaag weer langs het ziekenhuis geweest om tassen af te geven met spullen voor de baby’s en voor de mama’s. Twee vrouwen slechts gewikkeld in een laken als bovenkleding. Niks om aan te trekken, alle winkels dicht. We hebben allebei maar ons hemdje uitgetrokken en aan ze gegeven, gelukkig zat er wel een vest in de tas die we gaven. Steeds weer komt er wat bij in ons noodkrat dat in de auto staat….. Begin maart worden de huis pakken verstuurd, geen dag te vroeg. Door de vrouwen aangesproken om hulp voor huisvesting. Vanuit het ziekenhuis terug naar hun tent, met een te kleine baby , zonder elektriciteit of sanitair. Op zulke momenten voel je zoveel onmacht. Je wilt zoveel, maar kan zo weinig.

De workshops deze week zijn geweldig. Dat zijn de momenten dat je weet dat het verschil maakt wat je hier doet. We hadden vol huis, grote opkomst bij de eerste workshop. Vandaag was de opkomst wat minder, maar er was een kleding distributie, dus dat zat elkaar in de weg. Niettemin waren de mama’s in spé vol vragen en zag je ze genieten van de aandacht. Eén vrouw bleef maar zeggen hoe fijn het was om deze informatie te krijgen omdat ze hier was, ver van haar familie. Rare gewoontes die aangepraat worden kunnen wij bezweren als ze schadelijk lijken. Je baby vier dagen wassen met zout water is nog tot daar aan toe, maar citroensap in de oogjes druppelen gaat toch echt te ver. De logica hierachter kregen we ook niet helder, dus wie het weet mag het zeggen.

Morgen weer een drager distributie in zone 12, dan zijn we overal geweest.  Ik denk dat we dan weer van vooraf gaan beginnen. Er worden elke dag weer baby’s geboren en nieuwe mensen komen aan. Een eindeloze stroom zo lijkt het. Wanneer zal het stoppen? Ook dat zal geen dag te vroeg zijn.

Dag 10

Dag 10, mijn 2e zondag hier. Vorige week stond in het teken van de zoekactie naar de mama met haar pasgeboren baby, met wie het gelukkig wat beter lijkt te gaan. Inmiddels gezien door de arts en we hopen dat de hulp die ze nu krijgt afdoende is. Op Kara Tepe zitten de meest kwetsbare vluchtelingen, maar er zijn er zoveel meer in kamp Moria die zeker zo kwetsbaar zijn. Als je geluk hebt word je eruit gepikt en op de wachtlijst geplaats voor Kara Tepe. Er zit geen systeem in de wachtlijst, plaatsing geschiedt op willekeur. Ernst van je situatie doet er niet toe en ook niet hoe lang je al op de lijst staat.

Vandaag een wisselslag, mijn vorige duo-maatje is gister vertrokken en mijn nieuwe helft is gearriveerd. Omdat zij vanochtend de briefing kreeg die ik al eerder heb gehad kreeg ik de keus om uit te slapen, orde te brengen in ons warehouse of mee te gaan met de ontbijt ronde op Kara Tepe. En ik koos natuurlijk voor dat laatste, dus mocht me om half 8 melden. Vroeg, maar was leuk en dankbaar om mee te maken.

Verder vandaag wat nieuwe carrybags klaargemaakt voor de mama’s in het ziekenhuis en nog kinderwagens uitgedeeld. Vrijdag een grote distributie gedaan van dragers in sectie 10. Een grote en chaotische sectie zonder basisvoorzieningen als stromend water en elektriciteit en zonder sanitair. Omdat het de donderdag ervoor de hele dag had geregend was het glad en modderig en het besef dat mensen moeten wonen in deze viezigheid kwam ineens even hard binnen. Al vrij snel liep er een meisje met ons mee van een jaar of 11 die goed Engels sprak en redelijk wist te vertellen in welke tent baby’s woonden. Ze vertelde dat ze uit Afghanistan kwam maar geboren in Irak omdat haar ouders gevlucht waren voor de Taliban. Ze had Afghanistan nog nooit gezien en was nu 4 maanden hier. Een meisje nog en haar hele leven al op de vlucht.

En vandaag aan het einde van de middag zit ik op een bankje bij mijn nieuwe onderkomen. Kijk uit over de zee en zie in de schemering links de lichtjes van Thermi en rechts de lampen van het vliegveld van Mytillini. En ik bedenk me dat de lampen die ik daar zie niet alleen de vliegtuigen de weg wijzen naar de Griekse bodem, maar dat dit ook de navigatielichten zijn voor de bootjes die in het donker vertrekken vanuit Turkije. De bootjes afgeladen met mensen die al een lange en moeizame reis achter de rug hebben. Die veel geld betalen voor een gevaarlijke overtocht en waar 1 persoon wordt aangewezen door de mensen smokkelaar als navigator. Ik zit en ik kijk. Ik weet het en ik voel het in mijn lijf, maar snap steeds minder van de wereld waarin ik leef.

 

De dagen vliegen

De eerste week zit erop. Nederland voelt als lang geleden en heel ver weg. Er gebeurt elke dag zoveel dat de tijd voorbij vliegt. Het is fijn om zo actief bezig te zijn en elke dag voor een paar mensen verschil te kunnen maken. Voor die mama met die mooie ogen die zo lief lacht als ik haar een complimentje hier over geef met haar dochtertje met dezelfde mooie ogen. Voor die man die hartverscheurend zit te snikken waar even een arm omheen gaat. Voor de moeders in Kara Tepe die zich inschrijven voor hun tweewekelijks pakketje met wat stof en knopen zodat ze zelf iets kunnen maken. Voor die oude tandeloze dame in haar rolstoel die hard moest lachen toen ik een dansje voor haar maakte. Voor die kinderen die me vroegen of ik even mee deed met touwtje springen, wat ik vroeger toch echt beter kon….Zoveel kleine dingen die op dat moment ertoe doen.

Voor vandaag staat weer een drager distributie gepland in zone 10. Eén van de zones buiten Moria waar bijna net zoveel mensen wonen als in zone 6 t/m 9. Een zone die hierdoor vaak wordt overgeslagen om dat het zoveel en zo onoverzichtelijk is. We gaan deze keer met een team extra, dus met 4 teams van 2. Van tent naar tent, zoekend en vragend naar mama’s en baby’s. Wordt een drukke en hectische dag, maar heb er zin in! Eerder deze week ook kinderwagens uitgedeeld. Dat gaat wel wat anders, omdat we daar niet zoveel van hebben. Dat gaat langs de weg vanuit je auto. Zodra er een gezin of papa/mama loopt met een kleintje tot een jaar of 3 met niet veel anderen er omheen spring je uit de auto, klapt de wagen uit en snel weer weg. Dat is ook dankbaar, maar ook zo dubbel omdat het willekeur is. Zo moeilijk omdat je weet dat je iets eerder ook een gezin bent gepasseerd dat zo hard een kinderwagen kan gebruiken maar toevallig daar liep met teveel anderen erbij, of nog te dicht bij het kamp. Dan is een dag zoals vandaag veel bevredigender. In de zone wordt niemand overgeslagen met een drager.

Hulde hier, aan al die nog zo jonge mensen die zich inzetten. Ze gaan ervoor, schouders eronder en door. Nog niet murw door het leven, de zinloosheid soms van het proberen dingen te veranderen, maar nog vol vechtlust en energie. En dit zelf zo normaal vinden terwijl ze ineens zo’n ander leven leiden hier. Niet alleen bij Because we Carry, maar bij veel andere organisaties ook jonge teams. Zo fijn om dat te zien en dit geeft me ook hoop voor een betere toekomst.

 

 

De eerste dagen

Inmiddels is het zondag. Ik heb mijn eerste 2 ‘werk’ dagen erop zitten en vandaag zou mijn rustdag zijn.  Na mijn briefing op donderdag na aankomst mocht ik vrijdag gelijk aan de slag met een distributie van baby dragers. In 3 teams van 2 met elk een andere merk drager hebben we in totaal ongeveer 180 dragers uit mogen delen. Niet in het kamp zelf, maar in de Olive Grove, de zones rondom het kamp. In Moria, binnen de muren van het kamp, zitten ongeveer 6000 mensen, waar plek en voorzieningen zijn voor 3200 man. In de Olive Grove, de olijfboomgaarden rondom Moria, zitten 14000 man. Veelal zonder basisvoorzieningen als elektriciteit en stromend water. In een hutje van pallets afgetimmerd met plastic, slapend op een deken. Mannen, vrouwen, kinderen, gezinnen. Zoveel kinderen….

Vrijdagochtend de 1e workshop gegeven over babyverzorging, met dank aan onze tolk, een lief meisje van 16 die zowel Farsi als Arabisch spreekt en nu dingen voor ons moet vertalen waar ze waarschijnlijk nog nooit over heeft nagedacht. In de middag op pad naar het ziekenhuis, mijn eerste kennismaking met de Griekse kraamafdeling. Als we denken dat het in Nederland slecht is, kom vooral hier eens kijken. Personeel is overbelast omdat er veel meer bevallingen zijn en niet meer personeel beschikbaar is. Vrouwen krijgen de hoogst noodzakelijke hulp want meer lukt niet.  Schrijnende situatie van een zwaar getraumatiseerde mama die geen oog kon hebben voor haar pasgeboren baby. Terwijl wij bezig waren om haar proberen te overtuigen van het nut en alle positieve effecten van borstvoeding, zeker gezien de hygiënische omstandigheden in het kamp en de kosten van poedermelk, was de verpleging onze aanwezigheid zat en werden we door de bewaking gesommeerd te vertrekken. Mama, baby en oudste dochter moesten ook weg. Buiten inmiddels al donker, geen geld voor bus of taxi en Moria is zeker een uur lopen. Taxi geregeld, maar geen winkels meer open voor babyvoeding. Ziekenhuis wilde niks verkopen, dus vertrokken zonder eten voor de baby. Te schrijnend voor woorden. Dat alle ellende die al meegemaakt is er voor kan zorgen dat je moederinstinct volledig weg is. Misschien wel te denken dat je pasgeboren kind beter af is dood dan levend. Wie vertrekt er immers zonder voeding in huis te hebben wetende dat je zelf niet kunt of wilt voeden. We wisten als team even niet meer wat te doen. Al vrij snel echter werd de beslissing genomen dat we de familie moesten gaan zoeken de volgende ochtend, in onze ogen voor de baby een zaak van leven en dood…. Het liefst waren we direct gegaan, maar in het donker is het gewoonweg te gevaarlijk.

Dus dat werd onze vrije zondag, zoekende in zone 12 , waarvan we dachten dat ze zat. Met niet meer dan een naam en wat kennis van haar omstandigheden, wanneer aangekomen, wanneer bevallen, naam van mama en van baby. Geen tent nummer, helemaal niks. Zoekend naar een naald in een hooiberg en wat waren we blij toen we na veel valse ‘I know the way’ en ‘new baby’ ‘bij anderen met jonge babys aanklopten, uiteindelijk toch onze mama hadden gevonden. Voor ons gevoel hebben we een leventje gered. We troffen een slaperige, slappe baby met weinig reflexen die gelukkig nog vecht kracht genoeg had om ons flesje te accepteren. Een mama die weliswaar nog bijna even apathisch was als de dag ervoor, maar met kolven al wel wat melk produceerde. Elke dag die gehaald wordt, elke nacht, is er eentje en brengt ons ietsje dichter bij een goede afloop. Morgen gaan we haar weer bezoeken, hopende op wat vooruitgang. Hoewel het een beetje dubbel voelt om zoveel focus te leggen op 1 baby, op 1 gezin, wetende dat er zoveel meer schrijnende gevallen zijn, is dit wat we moeten doen. Stap voor stap, kind voor kind, mama voor mama, gezin voor gezin. Op naar een mooiere, betere toekomst.

 

 

 

 

 

de aanloop tot

Najaar 2019. Op facebook komt een bericht langs over een roze container bij kamp Moria op het eiland Lesbos. Een container als toevluchtsoord voor hoogzwangere vrouwen en moeders met pasgeboren baby’s. Een plek om even mens te zijn, warmte en genegenheid te ontvangen. Voorlichting te krijgen over zwangerschap en bevallen, voeding en verzorging.
Ik lees het en weet, dit is voor mij.
Al weet ik niet hoe het is om zwanger te zijn en op de vlucht. Je huis en alles wat je opgebouwd hebt achter te laten en weg te gaan uit je vertrouwde omgeving, niet wetende waar je terecht zal komen. De enige hoop die je hebt is dat het overal is beter dan waar je nu bent. Dus je vlucht, misschien al een poosje zwanger, misschien weet je nog van niks op het moment dat je je huis verlaat.
Ik weet niet hoe het is om een kind te krijgen, misschien voor de eerste keer, in een land waar je de taal niet spreekt. Bevallen in de wetenschap dat je met je pasgeboren baby terug moet naar een plek die bij lange na niet is waar je op gehoopt had. Die niet de veilige plek is waar je als ouder je kind op wilt voeden.
Maar ik ben een mens en ben mama. Ik ga met liefde in mijn hart en met kennis in mijn hoofd. Met hoop en in het vertrouwen dat met elke moeder die ik help haar kind een betere start krijgt. En zo stapje voor stapje de wereld een beetje mooier wordt.